Verhaal 1 uit de oude doos: La Serena

28 augustus 2010 - La Serena, Chili

La Serena

Tijdens de lange busrit van Valparaiso naar La Serena zagen we voor het eerst de Grote / Stille of Pacifische Oceaan. Prachtige hoge golven rolden op het strand, die we in Hawai’i aan den lijve zouden ondervinden en deze oceaan zou ons van Hawai’i t/m Nieuw Zeeland blijven boeien en verrassen.

Bij aankomst in La Serena, een stadje dichtbij het zuidelijkste punt van de Atacama woestijn en de Pisco Vallei, was het nog even puzzelen hoe we bij ons hostel konden komen. Dit was namelijk het eerste busstation dat geen informatiebalie herbergde. Maria’s Casa lag te ver van het centrum om vermeld te staan op de kaart van de Rough Guide, dan maar op de gok gaan lopen op basis van de vorige dag op internet gelezen routebeschrijving. Het geluk was deze keer weer aan onze zijde, want Maria stond ons al op te wachten op de hoek van de straat. We wilden haar al voorbij lopen, zoals we dat al vaak gedaan hadden bij dames die ons ongevraagd onderdak wilden aanbieden. Zij noemde echter de naam van haar Casa (huis). Een gezellig omaatje met een gezellig hostel zo bleek.

De kamer was weinig bijzonder, de keuken was klein (wordt op dit moment vergroot met subsidie) en het sanitair redelijk verouderd. Gezellig dus? Ja, want alle kamers kwamen uit op een lang gerekte, fleurige tuin. Femke zag direct haar zo begeerde buitenleventje opbloeien na maanden in winterse omstandigheden te hebben doorgebracht. Heerlijk buiten eten, van ontbijt t/m diner. Ze was alleen vergeten dat we dicht bij de woestijn zaten en dat het ’s avonds erg fris kon worden en we ook nog eens midden in de winter zaten.

Het eerste punt op de agenda van La Serana was het kopen van de camera. Alle andere agendapunten hadden iets van doen met een activiteit en die moeten toch vastgelegd worden! In Valparaiso had ik me bij diverse warenhuizen laten voorlichten en deze bleken ook vertegenwoordigd in La Serena, wat me extra bedenktijd gaf. Na dezelfde avond een laatste blik te hebben geworpen op de enige 2 overgebleven camera’s op de ‘wishlist’ hebben we ons een nachtje bedenktijd gegund. De volgende dag was alles in kannen en kruiken (helaas is elektronica in Chili 2x zo duur dan in NL…) en kon het uitproberen beginnen. Ook dit keer had elk nadeel zijn voordeel: waar Femke niet omkeek naar de ‘oude’ camera, moet ik na aankoop van de ‘nieuwe’ af en toe vragen of ook ik mijn ‘shot’ mag maken: respectievelijk detail vs. overzicht.

Tijdens het ontspannen dagje dat volgde hebben we 3 tours voor de komende dagen kunnen regelen: één naar Humboldt Island met veel fauna in het vooruitzicht en de beide andere naar de Pisco Vallei: de eerste betrof een rondrit door de vallei, gevolgd door de laatste: sterren kijken!

Humboldt Island

De eerste trip begon zoals zo vele vroeg. Tegen een uurtje of 7 werden we aan de voordeur verwacht. Een busje voor maximaal 10 personen kwam voorrijden: hoera een kleine groep! Onze gids was van het bekwame soort: we waren La Serena nog niet uit of we stopten al voor een eerste korte break, we hadden het voorstelrondje nog niet gehad! Gedurende de 6 maanden die we nu aan het rondtrekken zijn (inmiddels moet voor zes bijna 9 gelezen worden!) hebben we al aan een 20-tal georganiseerde tours deelgenomen en dit was de enige keer dat iedereen aan elkaar werd voorgesteld (ook na bijna 9 maanden blijkt het de enige keer). Een verademing, want op deze manier werd een groep gecreëerd in plaats van het in stand houden van koppels, waarbij je af en toe zijdelings contact hebt met een mede tourgenoot. Wat volgde was een lange rit naar de kust, voor een groot deel door de uitlopers van de woestijn. Hier mochten we een 7-jaarlijks fenomeen aanschouwen: de ‘desierto florido’: de bloeiende woestijn. De invloed van El Niño of La Niña was dit keer zichtbaar.

Het regent in die streek trouwens erg weinig, dit jaar (tot september) maar 9 keer en dat was al vaak. Bij die 9 regendagen tellen ze overigens elk buitje mee, dus 1 buitje op een dag is ook al een regendag! Erg mooi is hoe de bevolking met die regen(bui) omgaat: het werk wordt neergelegd, scholen gesloten, het geschenk uit de hemel moet gevierd! Of dit dan ook een minder productief jaar was weet ik niet, want dat er alcohol houdende dranken geschonken worden na een buitje is zeker: Pisco wordt immers gebrouwen om de hoek!

Humbold Island ligt niet om de hoek van La Serena: na een kleine 3 uur gereden te hebben (ik blijf me telkens verbazen over welke enorme afstanden toeristische trekpleisters worden bereisd) kwamen we aan bij het vissersdorp. Na een keuze gemaakt te hebben uit het lunchaanbod (geen broodjes, maar een zeer uitgebreide warme maaltijd) werd het laatste stukje tot de boten afgelegd. Aan het water trof ik mijn nieuwe favoriet der gevleugelden: de Pelikaan! Prachtig dier met een eigenaardige kop en bijzonder relaxte vlucht.

Eénmaal op de oceaan toch maar besloten de eerder geweigerde overjas aan te doen. De boot ploegde zich een weg door de ruwe zee wat het water hoog deed opspatten. We hebben genoten van dit stukje varen, gelukkig maar want de ruwe zee stond ook gelijk aan het niet zien van dolfijnen… en liet dat nu net zijn waarvoor we gekomen waren… De dagen die volgden moesten we van mede hostelbewoners aanhoren dat ze honderden dolfijnen hadden gezien wat de pijn niet echt verzachtte.

Voor het zien van de dolfijnen kon weer een oud spreekwoord van de plank gepakt worden: 3 keer is scheepsrecht! Op Hawai’i hadden we 50% kans ze te zien, helaas weer niet (wel de eerste walvissen van het seizoen trouwens!) en de derde keer was ‘hier’ in Nieuw Zeeland. Nu prijzen we ons gelukkig dat we deze prachtige dieren tijdens de vorige tripjes niet gezien hadden, want ‘hier’ hebben we de kans gegrepen met ze te zwemmen: een onvergetelijke gebeurtenis die al jaren hoog op het verlanglijstje prijkte, dank u wel Sinterklaas! Dit cadeautje was overigens ook erg mooi ingepakt. Ik dacht altijd te gaan zwemmen met in gevangschap levende (en getrainde) dolfijnen, maar in werkelijkheid hebben we gezwommen met in het wild levende Dusky dolfijnen (sorry, ik raak er niet over uitgeschreven!).

Na het mooie tochtje op zee voeren we langs het Humboldt Island. Dit was de woonplaats van de kleinste pinguïns op aarde, hoe toepasselijk, de Humboldt pinguïns. Leuke dieren blijven dit toch, we hopen ze ooit nog eens te zien met zijn 500.000-den op Punta Tombo in Argentinië. Het eiland moeten de pinguïns overigens delen met een enorme variëteit aan dieren: vele vogelsoorten waarvan we de (Spaanse) naam niet meer weten, zeeleeuwen en een met uitsterven bedreigde zeeotter. Hier mochten we om begrijpelijke redenen niet aan land, een kwartiertje verderop wel. Een mooi klein eilandje met prachtige uitzichtpunten, een verstopte pinguïn, een wit en een met zeewier bezaaid strand wat een surrealistische, bijna filmische indruk gaf. Na een kort verblijf werden we weer verzocht in de boot plaats te nemen voor de terugvaart. Deze verliep een stuk gemoedelijker, maar ook nu lieten de dolfijnen zich niet zien.

Eenmaal op de kade hebben we nog even genoten van wat het vissersplaatsje te bieden had. Zilte zeelucht, trekkers die kleurige bootjes het vaste op trokken en ik heb me natuurlijk nog even vergaapt aan de pelikanen. Het maal was heerlijk en ongemakkelijke stiltes vielen niet door de eerder genoemde voorstelronde. Een heerlijke dag in de natuur die we afsloten met een korte tour langs alles wat (nu) groeide en bloeide en leefde in de woestijn. Zo spotten we Alpaca’s, de neefjes en nichtjes van de Lama. Dit was de eerste keer dat we ze zagen, helemaal enthousiast dat we ook deze dieren in het wild mochten aanschouwen, maar de maanden die volgden ‘beheersten’ ze (en oom en tante Lama en achterneef en nicht Vicuña) het straatbeeld. Bij terugkeer in het hostel troffen we voor het eerst Boris en Marina, een Duits koppel waar we enkele (onderbroken) weken mee zouden optrekken in Chili, Bolivia en Peru.

Pisco Vallei

De volgende dag vertrokken we op een iets christelijker tijdstip, maar we hadden dan ook een langere dag voor de boeg. De eerste tour, tot een uurtje of 6 ’s avonds bracht ons de Pisco Vallei in. Een prachtige langgerekte vallei, bijna volledig ingericht voor de fruitteelt. Elk ontginbaar stukje land is er ontgonnen, wat op de hellingen een prachtige lappendeken tot gevolg heeft met diverse soorten fruit. De tour bracht ons langs een stuwdam, wijnproeverij en pisco-destilleerderij. Helaas ging het bij al deze bezoekjes vooral om het kopen van respectievelijk souvenirs, wijn en pisco. Jammer, maar de rondleiding door de destilleerderij werd interessant door een verhaal uit (helaas J) vervlogen tijden.

Diep in de kelders vertelde de gids ons het verhaal van de eerste Pisco-boer (i.p.v. wijnboer). Deze eigenaar, genereus als hij was, nodigde met enige regelmaat zijn vrienden (de notaris, arts, onderwijzer etc.) uit het dorp uit om bij hem de avond door te brengen. Een aangename mannenavond zo aan het begin van de vorige eeuw. Er werd pisco, wijn en bier gedronken, sigaren en sigaretten gerookt en over de (on)zinnige dingen des levens gepraat. Vaak werd het al snel erg laat en het kwam voor dat moeders de vrouw de man des huizes kwam zoeken. Hier hadden de heren wat op bedacht. Terwijl een medewerker van de piscoboer de vrouw aan de praat hield, verschool de gezochte man zich in een schuilplek. De vrouw kon de gelagkamer binnenkomen en zien dat haar man hier niet aanwezig was. Na dit storende bezoek konden de mannen weer verder waar ze mee bezig waren. Helaas komt aan alles een eind, dus ook voor deze mannen. De dood lag op de loer, maar daar hadden de heren wat op gevonden. Elke genodigde kreeg een eigen voorraadplek die de medewerkers van de boer na de dood van de heren zouden vullen. Zo kon na het lichamelijke ook het geestelijke leven voorzien worden van het nodige vertier. Schilderijen aan de wand tonen het tafereel zoals de heren dat voor zich zien! Na de aankoop van de nodige pisco’s trok het gezelschap verder naar de (wederom goed verzorgde) lunch.

Deze werd genuttigd bij een restaurant dat kookt op zonne-energie. Gerechten worden warm gemaakt in een constructie vergelijkbaar met een schotelantenne, waarbij de schotel voorzien is van spiegeltjes en waar normaal de ontvanger is bevestigd hangt / staat een pot of pan. Geen idee of ons eten ook zo bereid was, maar het smaakte prima! Het uitje eindigde in een dorpje voor weer enkele aankopen.

Het enige culturele uitstapje tijdens de tour was het bezoek aan het geboortedorp- en huis van Gabriela Mistral, een Chileense dichteres, diplomate en hoogleraar (volgens wikipedia!). Wij hoorden voor het eerst van haar in Santiago, tijdens de rondleiding die ons leidde naar één van de huizen van Pablo Neruda. Beide helden in Chili, wij hadden nog niet eerder van ze gehoord… Het bezoek aan het museumpje was maar van korte duur, in een enigszins verwarrend situatie moesten we al snel het huis verlaten, maar niet zonder reden. Een fles met daarin een gedicht van Mistral was gevonden tijdens graafwerkzaamheden bij het centrale plein van het dorpje Vicuna. Al jaren gingen geruchten de ronde dat Mistral een gedicht ergens begraven had en een paar dagen eerder was het na circa 50 jaar gevonden. Groot nieuws in Chili, cameraploegen op de been en daar stonden wij met ons groepje als enige buitenlanders om het te aanschouwen. Bijzonder om mee te maken, we moeten ons dan ook maar even in het werk van haar verdiepen!

De avond zouden we door moeten brengen in de vallei om een paar uur laten weer opgepikt te worden voor tour nummer 2: sterren kijken! Helaas, we hadden het al een beetje zien aankomen, de bewolking gooide roet in het eten. Onverrichter zake keerden we dan ook eerder terug naar Maria.

De dag erop was ontspannen, we hebben nog even genoten van een strandwandeling en om de dag goed te eindigen en een nieuwe vriendschapsrelatie te beginnen aten we het diner met Boris en Marina. Een jonge Amerikaan en nog jongere Zuid Afrikaan schoven aan en al snel kwam het gesprek op de aardbeving van een paar maanden eerder. We hadden in Pucon al begrepen dat de aardbeving toch een tsunami had veroorzaakt en dat het dorp Constitucion zwaar was getroffen. De jonge Amerikaan was in La Serena om even bij te komen, want hij had de weken daarvoor geholpen met de wederopbouw. Hij had zelfs een aardig bedrag bij elkaar ‘geraisd’ van Amerikaanse ‘funders’ tijdens zijn verblijf in Chili. Hij was er per toeval terecht gekomen en in plaats van door te reizen zoals gepland besloot hij zijn tijd te geven aan de getroffen dorpsbewoners. Erg nobel en Boris en Marina hebben ook een week meegeholpen. Zij reisden ervoor terug van San Pedro de Atacama, wij reisden door en zagen ze twee weken later weer terug. Om de cirkel rond te maken hebben we op dat moment beslist dat ook wij vrijwilligerswerk zouden gaan doen, maar dan in Zuid-Oost Azië. Het is dus Nepal geworden, maar we hebben woord gehouden en we hebben er beide geen moment spijt van!