Zuider Eiland - Deel 1

15 december 2010 - Te Anau, Nieuw-Zeeland

Picton - Spring Creek - Kaikoura

Heerlijk, een overtochtje à la Harlingen – Terschelling dacht ik! Mooie herinneringen aan jeugdige uitspattingen trokken voorbij. Het landschap dat we zouden doorkruisen, die van de fjorden, zou zelfs nog specialer worden dan de Waddenzee, maar helaas heb ik er op de heenweg niet van kunnen genieten. Een vervelende buikkramp hield me weg van het dek. Geen fijne herinneringen aan die overtocht dus. 

De dagen na de overtocht brachten we door in Spring Creek, gelegen in het hart van de Marlborough wijnstreek. We vonden een camping met ontspannen sfeer aan de gelijknamige kreek. Mijn gesteldheid liet de dagen die volgden te wensen over en dat kwam goed uit voor mevrouw: kon ze fijn een tourtje wijnproeven uitzetten! Tien interessante bodega’s had ze uitgekozen, voorafgegaan door een chocoladefabriekje en ze had mij een rol als chauffeur toebedeeld! Die 10 hebben we niet gehaald, de meligheid bereikte na drie uitgebreide wijnproeverijen al een kritisch punt J. Erg gezellig en weer een beetje wijzer eindigden we de rondrit met een bezoekje aan een aardbeienteler. Heerlijk ijs van verse aardbeien en een leuk gesprekje met een enthousiaste jongedame nadat ze gehoord had dat we uit Nederland kwamen (haar moeder is Nederlandse en ze was er als kleine meid wel eens geweest). Kortom, een heerlijke dag onder de wijnranken die mijn gesteldheid alleen maar heeft goed gedaan.

 

Het herstel zette door en zonder problemen legden we de prachtige route naar Kaikoura af. Daar bijna aangekomen stopten we bij een van de vele uitkijkpunten over de oceaan en spotten we zeeleeuwen. Het blijft een voorrecht om dieren in het wild te kunnen zien. Kaikoura staat ook bekend om het spotten van wildlife, waarbij met name de walvissen en dolfijnen hoog scoren op de spot-lijst. Wederom werden we prima geholpen door een medewerker van een I-site (een soort VVV, maar in Nieuw Zeeland met een ongekende status) en hij vertelde ons dat we voor zowel de walvissen als dolfijnen maar bij één gespecialiseerd bedrijf terecht konden. Dat maakt de keuze voor een reiziger makkelijk! Een grote tegenstelling met de tientallen, zo niet honderden reisbureautjes in Cusco. We besluiten Newt te parkeren op haar rustplaats voor de komende dagen en proberen nog wat informatie in te winnen bij de organisatie die dolfijnentrips organiseert.

 

Er blijken nog enkele plaatsen beschikbaar voor de tour van 6:30 uur de volgende dag. De commercieel ingestelde verkoopster vermeldde dat dit wel de mooiste is van de drie die dagelijks gehouden worden, met name door de kalmte van de zee. Voor ons is dit wat vroeg en omdat er nog plaatsen genoeg zijn voor de dag erna besluiten we er een nachtje over te gaan slapen. We hebben dan ook keuze uit 2 mogelijkheden: dolfijnen waarnemen vanaf een boot of vanuit het water. Het prijsverschil is dusdanig dat we hier even over moesten denken. Dat kon heerlijk tijdens een 3 uur durende, prachtige wandeling over het schiereilandje van Kaikoura. Deze wandeling leidde ons langs enkele kolonies zeeleeuwen, die we zowel vanaf zeeniveau als ook van circa 50 meter hoogte hebben bewonderd. De route voerde, na een stevige klim, over een glooiend kliflandschap met aan de ene kant uitzicht op de oceaan en na 180 graden te draaien had je uitzicht op de besneeuwde bergketen van de zuidelijke Alpen. Schitterend!!  

De volgende dag besloten we om een lekker bakkie koffie te drinken in de bar van de dolfijnentourorganisatie. In alle rust nemen we het besluit toch de vroege tour van de volgende dag te boeken om zo diezelfde dag nog in Christchurch te kunnen zijn. Vastberaden stappen we dan ook af op de balie. “Twee kaartjes graag voor de tour van morgenvroeg” vragen we. We verwachten een vraag naar de inhoud ervan: “kijken of zwemmen?”, maar krijgen daarentegen een twijfelende gezichtsuitdrukking gepresenteerd. We hadden even buiten de weersomstandigheden gerekend en die waren zeer ongunstig voor de volgende dag. Zouden we die prachtige dieren dan ook een derde keer mislopen (na Chili en Hawai’i)? Ze kwam gelukkig met een tegenvoorstel: “Of willen jullie mee met de tour van vanmiddag?”. Blijkbaar waren er plekken vrijgekomen! “Het vertrek van deze tour staat ook nog op losse schroeven in verband met de aankomende storm”. De euforie werd direct getemperd, een signaal waardoor we ook nog even besloten bedenktijd te vragen. Hier gold dan ook hetzelfde als voor de parachutesprong: de voorpret maakt deel uit van de totale belevenis. Voordat we de deur uit liepen hadden we beiden voor onszelf de beslissing al genomen: deze kans laten we ons niet nogmaals ontglippen, voorpret of niet! De bedenktijd die we ons gegund hadden maakte plaats voor haast: stel dat een ander koppel ons net voor zou zijn! Gelukkig was dit niet het geval en hadden we na de boeking nog 2 uur de tijd om te lunchen. Die nuttigden we op een prachtig plekje dat we de vorige dag tijdens de wandeling hadden gezien. Onder een stralend zonnetje, met uitzicht op oceaan en bergmassief en af en toe gestoord door zeemeeuwen genoten we van het moment en de activiteit die komen ging.   

 

Na de benodigde uitrusting bij elkaar geraapt en gepast te hebben (drysuite / snorkel / bril & flippers: zie ook foto van de bijna onherkenbare Femke) kregen we, met een 50-tal anderen die verdeeld zouden worden over 3 boten, een introductiefilm te zien. Een stukje geschiedenis van Kaikoura, haar wildlife, de organisatie, veiligheid op de boot en in het water en wat wel en wat vooral niet te doen in de nabijheid van de dolfijnen. Fijn was de benadrukking dat wij er waren om de dolfijnen te vermaken en niet andersom! Het zijn wilde dieren en zij bepalen of ze een kijkje komen nemen bij die groep mensen in het water. Om de interesse van de dolfijnen te wekken kregen we als tip mee hoge geluiden te maken en mocht het gelukt zijn de aandacht te trekken dan kwam het aan op je snorkelervaring. Gelukkig hadden we die opgedaan in Hawai’i, maar duiken met een dry suite en snel rondjes draaien om je as was andere koek. Het drijvend vermogen van de drysuite maakte het bijna onmogelijk ook maar meer dan je hoofd onder water te krijgen en van het rondjes draaien hebben die dolfijnen een ware sport gemaakt!  

We hebben ze dus gezien en wel van heel dichtbij! Af en toe had je zelfs interactie met ze door het oogcontact. Ik kom dan ook superlatieven tekort om te kunnen beschrijven wat ik voelde. Wat een ervaring! Om de aandacht van de dieren vast te houden heb ook ik die hoge tonen geslaakt, rondjes gedraaid tot het me teveel werd en geprobeerd op snelheid met ze te zwemmen. Na de wereldreis een 2e droom die uitkwam! Al heb ik die activiteit echter wel moeten bekopen met een gevoel van zeeziekte. Dat was het niet maar waarschijnlijk heb ik in al mijn enthousiasme te fanatiek proberen te zwemmen en werd de bloedcirculatie gestremd door het strak zittende drysuit. De laatste twee ‘droppings’ (het varen naar een plek waar een kudde of school dolfijnen kort na de ‘drop’ zou passeren) heb ik aan me voorbij laten gaan. Gelukkig heb ik niet teveel gemist, waarschijnlijk waren de dolfijnen wel even voldoende vermaakt! Nadat de bloedcirculatie weer hersteld was knapte ik zienderogen op (ik zag wat bleekjes J) en kon ik genieten van een prachtige terugtocht van een half uur naar het vaste land, een groot deel van de tijd vergezeld door die prachtige dieren.

 

Christchurch - Peel Forest - Aoraki/Mount Cook

Meer dan voldaan vertrokken we de dag erop naar Christchurch, de stad die een aantal maanden voor ons bezoek was getroffen door een aardbeving. De route die we kozen om bij een servicecentrum van Spaceships te komen (onder andere om de DVD-speler aan de praat te krijgen) leidde langs verschillende wegafzettingen. Er was niets aan de hand met de weg, maar de gebouwen erlangs stonden op instorten. Het zal je maar treffen, dergelijk natuurgeweld… Na de grote beving van begin september waren er nog vele naschokken geweest en tijdens ons verblijf werd ons verteld dat er ook een naschokje was, maar daar hebben we niets van vernomen.  

Midden in de stad vonden we een plek om te overnachten. Ongelooflijk hoe dicht we bij het centrum zaten, in Nederland zou die dure grond allang bebouwd zijn. Die avond keken we voor het eerst een film in ons knusse theater en er zouden er nog vele volgen! De dag erop genoten we van een mooie stadswandeling, maar ook voor deze stad geldt dat de historie, die charme aan een stad geeft, ontbreekt.

 

Tijd dus om het ‘platte’land weer op te zoeken. We kiezen ervoor om een omweg naar onze uiteindelijke bestemming Aoraki / Mount Cook te maken. Deze voert ons over weer een schiereiland. Wat vroeger een eiland was, gevormd door vulkanen, is door verzanding van een smalle waterweg nu aan het vaste land verbonden. Dit schiereilandje is te bereiken via de ‘grote’ weg, maar ook via minder bereden wegen. We nemen de gok om de route te nemen waarvoor we over een bergweggetje moeten rijden dat niet geschikt is voor campervans. Mochten we die weg echt niet kunnen berijden, dan zouden we daarvoor een uur omgereden hebben. De twijfel slaat dan ook toe tijdens de rit naar Pigeon Bay, maar blijkt voor niets. In de laagste versnelling is het af en toe steile gravel pad nog prima te berijden. Dat was een ‘mooi stukkie toer’n’ zoals we dat in Salland zouden zeggen! Dit pad leidde ons uiteindelijk naar de weg die aan is gelegd over een aaneensluiting van ‘crater rims’ (kraterranden vrij vertaald). Wat was ook dit een magnifieke weg. Golvend door het landschap gunde de weg het ene moment een uitzicht op de oceaan en na een paar bochten verscheen dan weer een uitzicht over de baai. Met onder andere het toepasselijke ‘dansen op de vulkaan’ van De Dijk swingden we naar beneden, naar het dorp Akaroa waar we met uizicht over de baai genoten van de lunch. Een lange rit (weer niet de rechtstreekse, maar een ‘scenic route’) volgde naar Peel Forest, onder andere langs de diverse skigebieden die Nieuw Zeeland rijk is. Op een wederom grote DOC-site met weinig gasten en amper verlichting volgen we de tip van de monteur bij Spaceships: het kijken van de horrorfilm Hostel part II (geproduceerd door Quentin Tarantino) op een verlaten plek! 

Na beiden iets slechter geslapen te hebben dan normaal (onplaatsbare geluiden uit de natuur werden aangehoord voor naderende moordenaars J) trokken we verder. Na wederom (saai wordt dat nooit) een prachtige route te hebben gereden volgt een doodlopende weg van circa 40 kilometer naar Aoraki/Mount Cook. De weg voert langs een prachtig, door gletsjers gevoed meer. De sedimenten die deze gletsjers afzetten kleuren het water turquoise. Hoe dichter we bij het dorp komen hoe harder het gaat waaien. Newt schudt dan ook geregeld na een flinke windstoot. Dit was de voorbode voor de avond en nacht die komen ging. Stortregen spoelde over de DOC-site / parkeerplaats niet ver van Mount Cook, het was dan ook pas de volgende dag dat het landschap zich aan ons onthulde. Het weer was opgeklaard en zo zagen we de hoefijzer aan bergen om ons heen met besneeuwde flanken en imposante gletsjers.

 

Na weer een ontbijt op een schitterende locatie (wat is dat reizen met een camper toch heerlijk) bezochten we het informatiecentrum. Hier kan de toerist terecht voor vragen omtrent tochten, overnachtingen boeken in berghutten en voor informatie over het verleden en heden. Erg interessant, maar we hadden ook weer zin om één of meerdere lange wandeltochten te maken. Daar waren we hiervoor op de juiste locatie en de 2 wandelingen leverden ons prachtige vergezichten. Ook kregen we even een flashback naar de Fitz Roy in El Chalten, Argentinië. De Aoraki/Mount Cook (overigens een samenvoeging van de Maori en Engelse benaming voor zowel de berg als het dorp) heeft ook een wolk die bijna permanent het zicht op de top onttrekt. Tijdens de tocht naar een gletsjermeer onder deze berg hebben we geen moment de top in zijn totaal kunnen zien, echter op de terugweg: voilà, een onbelemmerd zicht op ook deze mythische berg! Voldaan keerden we dan ook terug naar onze parkeerplaats waar we ’s avonds vast weer een dvd-tje gekeken hebben.  

Nog één wandeling te gaan en daarna op naar Oamaru. Ook deze wandeling bood weer een mooi uitzicht over een gletsjermeer en enkele pools die (in dit seizoen) niet die uitzonderlijke kleur hadden zoals aangegeven door de rangers in het informatiecentrum. Niet getreurd, het was maar een kleine omweg. De rit naar Oamaru leidde ons langs de ‘elephant rocks’. Rotsblokken, gelegen in een golvend grasland, die door erosie een treffende gelijkenis gekregen hebben met die grote viervoeters. Dit landschap diende ook als scene in de (in Nieuw Zeeland) populaire filmserie Narnia. Het is dat ik deze film gezien heb tijdens een Chileense busrit, anders had ik er nog niet eerder van gehoord…

 

Oamaru / Dunedin / Invercargil / Te Anau 

In Oamaru werd ons geduld weer even op de proef gesteld. Nederlanders als wij zijn en ook een beetje wars van massatoerisme kozen we voor de optie om gratis de zeldzame geeloog pinguïn te bewonderen. De tweede optie was om op een tribune plaats te nemen en enkele honderden pinguïns aan je voorbij te zien waggelen. Nee, dan maar die 10 gratis gele! Van deze 10 bleken er 5 op hun nest te zitten en kon het tafereel enkel van 30 meter hoogte worden aanschouwd. Een scherp oog of verrekijker was nodig om die kleine diertjes überhaupt te kunnen ontwaren. Het zeewier was dan ook makkelijk te verwarren met zwemmende pinguïns en de schemering maakte het er ook niet makkelijker op. Uiteindelijk, na anderhalf uur wachten werden we beloond! Eén pinguïn kwam terug van de visserij op zee om partner en jong(en) te voeden. We hadden ongeveer 20 seconden de tijd om af te drukken, zo snel overbrugde het diertje de afstand tussen de branding en de rots. Voldaan keerden we terug naar de camping waar we heerlijke pannenkoeken hebben gegeten.

 

Had ik overigens al melding gemaakt van de fantastisch uitgeruste camping(keukens)? Zo ja, dan bij deze nogmaals! Waar je in Europa op een gaspitje moet koken en buiten mag afwassen als er al plek is, zijn alle campings, zonder uitzondering, in Nieuw Zeeland voorzien van minstens 5 4-pits kookgelegenheden. Dan nog te zwijgen over de grote gemeenschappelijke ruimten, een kampeerland bij uitstek!  

De volgende dagen stonden in het teken van de trip naar Milford Sound, de bekendste fjorden van Nieuw Zeeland. Te Anau, dat als uitvalsbasis dient voor Milford (wel op ca. 2 uur rijden) is vanaf Oamaru in een dag te bereiken, echter zouden we dan (voor de terugweg) 100-den kilometers af moeten leggen over hetzelfde asfalt. Handig als je weinig tijd hebt, leuker is het om ook het zuidelijkste deel van het eiland mee te pikken. Dat is dan ook wat wij gedaan hebben. Twee lange reisdagen volgden, die we openbraken zodra we in Dunedin aankwamen: toch maar een dagje extra in dit leuke stadje met ook weer een schitterend schiereiland. Op de weg naar Dunedin zijn we ‘natuurlijk’ nog even gestopt bij Moeraki Boulders. Grote rotsblokken met een vreemde honingraatstructuur als ‘pit’. Het geluk was weer aan onze zijde: het bleek eb. Veel eerder of later hadden we er ook niet langs kunnen komen, dus namen we maar de gok dat we op het juiste moment zouden arriveren en dat was gelukkig ook zo. Even een paar fotootjes geschoten en door naar Dunedin, de stad met onder andere de steilste straat ter wereld.

 

Waar ik vooral benieuwd naar was, was het Octagon. Een achthoek als centrum van de stad. Erg interessant en biedt zeker kansen voor toekomstige projecten! Ook hier vonden we weer een prima camping dat als uitvalbasis diende voor het stads- en schiereilandbezoek. Ook hier weer fantastische vergezichten, twee wegen die parallel aan elkaar lopen, de ene op de bergrug, de ander erg dicht bij het water. De punt van het schiereiland diende in de tweede wereldoorlog als verdedigingsbolwerk, maar wordt nu bevolkt door albatrossen. Ter wereld is dit de enige plek waar albatrossen een permanent verblijf hebben en door de jaren heen heeft men er veel research kunnen doen naar het wel en wee van de vogels. Een foto toonde een dergelijk onderzoek, daarvoor werd de jonge, enorme zeevogel (met een spanwijdte van de vleugels die kan oplopen tot ca. 3,5 meter) in een grote wasmand vervoerd, een mand vol pluizige veren. Na de natuur was het weer even tijd voor cultuur. Terwijl ik de stad inging voor inspiratie voor toekomstige projecten onderwierp Femke de lokale chocoladefabriek aan een nadere inspectie!  

De volgende dag vroeg opgestaan om de lange tocht onderlangs naar Te Anau (via Invercargill) te maken. Het bureau voor toerisme van Nieuw Zeeland had ook voor deze trip een scenic route opgesteld. Het was even lastig om de route vanuit Dunedin te vinden, maar met hulp van een gepensioneerde golfer ging het uiteindelijk vrij gemakkelijk. Ook deze route was weer prachtig, die ons onder andere langs een door de zee geconserveerd oerbos bracht.

 

Aangekomen in Te Anau zag ik nog enkele rendieren overvliegen. Tien dagen te vroeg, maar de Kerstman zat niet in zijn arrenslee. De vier Rudolphs vlogen over met hun poten vast aan een helikopter, eerder geschoten door jagers in onherbergzaam gebied. De volgende dag vertokken we naar Milford Sound.

Foto’s